
“Vrolijke” tv-programma’s…
Is het u ook opgevallen dat er steeds meer tv-programma’s zijn waarbij mensen met een beperking een rol spelen? Hoewel, je mocht willen dat ze het zo was, dat mensen met een beperking in de media een rol van betekenis zouden spelen. Dat ze ook een keer de gelegenheid zouden krijgen om te vertellen dat ze ook een mening hebben, dat ze ook ideeën hebben en dat ze er ook toe doen. Dat is dus niet het geval. Al die programma’s hebben vooral ten doel om omhoog gevallen presentatoren nog verder omhoog te laten vallen. Alles ter meerdere eer en glorie van de jongen of het meisje dat ten koste van de mensen met een beperking nog verder wil groeien als “ster”. Het kan ook anders.
Met een aantal mensen organiseren we een zaterdagavondcafé. Bedoeld voor hen die graag uit willen op zaterdagavond. Want dat is de uitgaansavond bij uitstek en ook omdat niemand graag alleen naar het café gaat. Deze caféavond, “Onze Club” geheten, is bedoeld voor mensen met een (lichte) beperking. Leeftijd vanaf 18 jaar want er moet wel gedronken kunnen worden. Vanaf 20.00 uur. In Oldenzaal. Vijfentwintig mensen uit heel Twente komen op de fiets, met de scooter, taxi of laten zich brengen door de buurman voor een fijne gezellige avond die zich in niets onderscheidt van een fijne gezellige avond voor u en mij. Ook voor deze café avond geldt momenteel de sluitingstijd van 00.00 uur. Anders gaat het vaak door zolang het gezellig is. Net als bij u en mij. Het mooie van “Onze Club” is dat er geen hysterische Wendy, een oubollige Gordon of een overdreven Johnny de M. nodig is om het leuk te hebben. Nee, net als bij u en mij gewoon een lekker drankje, een mooi verhaal, een goeie mop, fijne muziek en goed gezelschap.
“Onze Club” vreest de dag dat ze ontdekt worden door de “leukerds” van de media die er een format in zien. Vandaar dat we het vooral fijn en een beetje geheim houden. Mensen die echt belangstelling hebben weten ons wel te vinden.
Iets anders. Afgelopen week gaf ik twee presentaties voor ouders, verwanten en wettelijk vertegenwoordigers van familieleden die wonen binnen een zorginstelling voor mensen met een verstandelijke beperking. In deze gesprekken werd weer eens heel snel duidelijk waar het uiteindelijk om gaat en wat het belangrijkste is: namelijk goede zorg die geboden wordt door betrokken medewerkers. Het belang van een goede en fijne relatie tussen de persoonlijk begeleider en de persoon die zorg en begeleiding nodig heeft, werd unaniem onderschreven. Dat is de basis. Dat is waar het om gaat. De bestuurder vertelde dat het momenteel voor veel organisaties een groot probleem is om voldoende goede en betrokken medewerkers aan te trekken en vooral om deze te behouden.
Dezelfde dag stond in de regionale pers voor de zoveelste keer een artikel over zorgaanbieders die blijkbaar tot doel hebben om zoveel mogelijk geld te verdienen. Uit een groep van vijftien gecontroleerde zorgbureaus in Twente bleek dat de helft daarvan zijn zaakjes niet voor elkaar heeft. Er mankeerde van alles aan. Niet alleen de bedrijfsvoering liet te wensen over, ook de hulpverlening aan de cliënten was op vele punten voor stevige verbetering vatbaar. Ik begrijp heel goed dat ouders en familieleden van cliënten van zorginstellingen, als ze dit lezen, dit heel zorgelijk en erg vinden. Dat er nog steeds organisaties zijn die op malafide wijze geld willen verdienen aan de handicap van een ander. Het onderzoek bij deze 15 zorgbureaus vond plaats in het kader van de “Week van de ondermijning”. Heel goed dat het gebeurt, zegt men, maar dat zorg gelinkt wordt aan ondermijning is maar zeer te lastig te bevatten en te accepteren voor ouders en familieleden.
Hans Kuipers
www.scotwente.nl

